Lesopbouw

Lesopbouw

Ons onderwijs steunt op drie belangrijke pijlers: kanjertraining, zelfstandig werken (ZW) en opbrengstgericht werken (OGW). Deze pijlers worden ingezet vanaf groep 1 en tot en met groep 8 toegepast. Hierdoor spreken alle leerkrachten ‘dezelfde taal’ en zijn de lessen voor de kinderen tijdens hun hele schoolcarrière herkenbaar.

Groepsindeling

Onze leerlingen zijn verdeeld over homogene groepen. Dat betekent dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de klas zitten. Binnen een groep werken alle leerlingen op hun eigen niveau aan hun lesdoelen.

Instructielessen

Leerlingen werken voor elk vak op hun eigen niveau aan het behalen van de lesdoelen. Aan het begin van iedere les vertelt de leerkracht wat de kinderen in de les gaan leren. Daarna wordt uitgelegd hoe de kinderen dat kunnen aanpakken. Leerlingen die de opdracht al begrijpen gaan direct aan de slag. Deze kinderen krijgen ook extra werk, op een hoger niveau. De leerkracht geeft de rest van de groep een duidelijke uitleg. Daarna gaan de meeste kinderen zelfstandig aan het werk. Terwijl de klas aan het werk is, krijgt een klein groepje kinderen extra hulp van de leerkracht. Aan het eind van de les kijkt de leerkracht met de kinderen terug op wat de kinderen hebben geleerd en wat een volgende keer beter kan. Zo zorgen we ervoor dat ieder kind elke dag de juiste, nieuwe dingen leert.

Zelfstandig werken

Zelfstandig werken is een belangrijk onderdeel van onze lessen. Hiervoor gebruiken we in alle klassen dezelfde aanpak. Een  klok in het lokaal geeft aan hoe lang er zelfstandig gewerkt wordt, een stoplicht geeft aan in welke mate er zelfstandig gewerkt wordt.

- Rood: de leerlingen zijn zelfstandig aan het werk, de leerkracht loopt hulprondes en geeft instructie aan een groepje kinderen.
- Oranje: spullen pakken, uitdelen of opruimen.
- Groen: de leerlingen zijn zelfstandig aan het werk, de leerkracht loopt een hulpronde, de leerlingen mogen elkaar helpen of om hulp vragen.

Wij leren de kinderen op deze manier omgaan met uitgestelde aandacht. Wanneer een kind even niet verder kan, is het aan het kind om te bedenken wat het op dat moment wel kan doen. Misschien kan hij of zij de som overslaan en alvast verder gaan met de volgende. Of misschien is er nog werk dat afgemaakt moet worden.

Dag- en weektaken

Tijdens het zelfstandig werken krijgen de leerlingen dag- en weektaken. Op deze taakformulieren staat aangegeven welk regulier werk gemaakt moet worden en welke extra opdrachten er daarnaast zijn. De taken worden aangepast aan het niveau en de behoeften van de leerlingen. De kinderen kunnen op hun dag- en weektaakformulier aangeven hoe ze hun werk plannen, wat ze hebben gemaakt en hoe ze die dag hebben gewerkt. Zo leren de leerlingen doelgericht werken.